Het valt me al enkele jaren op dat het Nederlands taalgebruik steeds meer doordrenkt raakt van schuttingwoorden en gevloek. Of ik nu gesprekken opvang op straat, tijdens het boodschappen doen of naar het journaal kijk, het is volstrekt genormaliseerd en niemand lijkt daar een punt van te maken. Lijkt. Als je links en rechts de media een beetje volgt lees en hoor je genoeg ergernissen over de vervlakking van onze taal. Terwijl onze Nederlandse taal zoveel prachtige woorden biedt en voldoende uitdrukkingskracht heeft om iedereen van zijn sokkel te blazen. Maar als je de woorden niet kent of als ze niet worden aangereikt, kun je er ook niks mee.
Als kind bladerde ik regelmatig door de Van Dale. Op zoek naar leuke of inspirerende woorden en hun betekenis. En juist dat bladeren en daarmee het vinden van onverwachte vondsten maakte mijn onderzoek uniek. Natuurlijk; er was geen internet dus dit woordenboek was de enige optie. Maar internet is niet het gedroomde alternatief. Het bladert niet, er is geen overzicht en geen gevoel. Het mist de tactiele component; de geur van het boek en het zachte papier onder je vingertoppen. De verrijking van taal zit diep.
Momenteel is er veel te doen over de achteruitgang van het leesniveau en daarmee vanzelfsprekend het taalgebruik. Het een sluit het ander niet uit. Als we jongeren aan bredere en vindingrijkere taaltoepassing willen helpen, moeten we ze weer laten bladeren. Daarom introduceer ik een nieuw woord; ‘taalbladeren’.
Met een oproep aan iedereen die op een of andere manier verbonden is aan taal(onderwijs). Leg een woordenboek in elke groep of klas en nodig kinderen uit om te bladeren, op zoek naar nieuwe woorden. Laat ze dagelijks de woorden uitleggen, tekenen, verwerken in projecten of spellen, verzin het maar. Laat ze speuren en verwonderen en met nieuwe pareltjes komen. En laat ze blijvend bladeren, niet als een herfstproject, maar als onderdeel van hun leven.
Heb je een warm hart voor onze taal en ons taalgebruik? Verspreid deze oproep, dank!